Voor een schone uitstoot door de schoorsteen, is het belangrijk dat je goed gedroogd hout gebruikt en op de juiste wijze stookt.
Vandaar enkele uitleg hierover.
Het verbrandingsproces van hout verloopt als volgt, nl:
stap 1; is het verdampen.
stap 2; is het ontsnappen van de gassen uit het hout.
stap 3; is het smeulen van het hout.
Als je een blok hout in het vuur legt zal het houtblok eerst het water gaan verdampen. Om dit te kunnen doen heeft het blok hout de energie van de rest van het vuur nodig, waardoor het dus warmte onttrekt in plaats van warmte afgeeft. Na een tijdje wordt de buitenkant van het houtblok zo droog dat de temperatuur van het vuur weer omhoog gaat.
Nu gaat het houtblok zijn rookgassen afstaan. (op basis van warmte 100-150 graden worden de rookgassen vrij gelaten)
Het lijkt of het blok hout vlam vat maar in werkelijkheid zijn de vlammen afkomstig van de gassen die uit het houtblok ontsnappen.
Als het houtblok zijn gassen kwijt is zal het hout zelf gaan branden.
In de praktijk gebeuren deze 3 fasen gelijktijdig en worden ze onderling door elkaar versterkt. Het komt er dus op neer dat het hout droog geroosterd wordt totdat de gassen eruit ontsnappen. Deze kunnen vlam vatten als de temperatuur voldoende hoog is (350 graden of meer) én er voldoende zuurstof aanwezig is. De rookgassen kunnen uit het hout komen vanaf 100-150 graden maar pas ontbranden bij 350 graden. Dus als de temperatuur onder de 350 graden is zullen de gassen onverbrand de schoorsteen verlaten.
Omgekeerd stoken
Deze methode werkt, om de eenvoudige reden dat de rookgassen altijd opstijgen. Als bovenin geen vlammen zijn die de gassen kunnen verbranden, zullen de gassen als vervuiling de schoorsteen verlaten in plaats van warmte afgeven. Door nu een aantal houtblokken op elkaar in de kachel te leggen en daar op het aanmaakhout te plaatsen met een aanmaakblokje die de warmte snel op gang krijgt. Door de luchtklep in de deur vol open te zetten en of zelfs de deur een klein stukje open te zetten, krijgen we meer zuurstof in de kachel welke samen met de vrijkomende gassen makkelijker tot ontbranding kunnen komen. Het vuur bovenin moet groot genoeg zijn (dus voldoende droog aanmaakhout) zodat het hout onderin voldoende vlam kan vatten. Het vuur zal snel beginnen zich naar beneden te werken. De gassen stijgen op wanneer de blokken hout verhit worden, maar er zullen altijd vlammen bovenaan zijn waardoor de gassen verbrand worden.
Bij de Standaard kachel werkt het bijna hetzelfde, echter nu willen we niet van boven naar beneden stoken maar van achter naar.
Na het branden ontstaat er op de stookplaat een laagje as welke steeds hoger zal worden. Als je de as er uit haalt is het wel raadzaam om rekening te houden dat dit nog warm kan zijn. Vandaar dat het wijs is deze in bijvoorbeeld een metalen emmer te doen.
Verder is het verstandig om altijd 1 a 2 cm as op de stookplaat te laten liggen zodat dit als extra buffer kan fungeren tegen oververhitting van de stookplaat.
De as, welke je uit de kachel hebt gehaald is een waardevolle bron voor bemesting van de tuin (veel kalium; dus wel met mate te gebruiken) . Door het te koken zou je er potassium ( een rijsmiddel voor gebak ), loog en zeep van kunnen maken. We houden ons aanbevolen voor ervaringen.